Eind
november 2013 besloot de federale regering om van 1 april 2014 tot en met eind
2015 de BTW op elektriciteit te verlagen van 21% naar 6%. Vooral vice-premier
Johan Vande Lanotte had aangedrongen op zo’n verlaging, hoewel hij er zelf niet
de uitvinder van was: de linkse partij PVDA beschouwt het al jaren als een
fundamenteel onderdeel van haar energiebeleid. De regering was wél innovatief
in haar redenen om de BTW-verlaging door te voeren: het zou er voor zorgen dat
de overschrijding van de spilindex, voorzien voor juni 2014, 6 maanden zou
kunnen worden uitgesteld tot december 2014, en stevige besparing op
ambtenarenlonen, en vooral – nog belangrijker – een cadeau voor de bedrijven.
Effecten van de maatregel voor een
gemiddeld gezin
Een
gemiddeld Belgisch gezin verbruikte, volgens distributienetbeheerder Eandis, in
2012 zo’n 3.500 kilowattuur elektriciteit, en betaalde daar zo’n 837€ per jaar
voor[1].
In dat bedrag zit zo’n 145€ BTW (aan een BTW-tarief van 21%). Een BTW-verlaging
naar 6% zou dit gemiddelde gezin dus een besparing opleveren van een kleine
104€ op jaarbasis. Dit uiteraard op voorwaarde dat de elektriciteitsprijzen in
dezelfde periode niet wijzigen, én dat het elektriciteitsverbruik gelijk
blijft.
Tegelijkertijd
had datzelfde Belgische gezin, volgens de cijfers van het
Huishoudbudgetonderzoek van de FOD Economie, in 2012 zo’n 33.936€
netto-inkomsten[2].
Een indexering van dit bedrag zou het gezin zo’n 678,72€ extra inkomsten
opleveren per jaar. Het uitstellen van de indexsprong in 2014 met 6 maanden
betekent een koopkrachtverlies van 339,36€, ruim drie keer meer dan de
besparing op BTW op elektriciteit!
Maar
daarmee zijn we er nog niet: de expertengroep die de Nationale Bank
bijeenbracht om in opdracht van de regering de maatregel te bestuderen,
berekende dat de maatregel ook de komende jaren telkens het overschrijden van
de spilindex zou uitstellen: 3 maanden uitstel in 2015, en telkens 2 nogmaals
twee maanden voor 2017 en 2018[3]!
Dit wil zeggen dat, bij gelijke inkomsten en energieprijzen, de maatregel de
gezinnen in 2015 nogmaals 169,68€ doet verliezen, en telkens 113,12€ in de
daaropvolgende jaren!
Bovendien
is de BTW-verlaging door de regering voorlopig aangekondigd als een tijdelijke
maatregel, die eind 2015 opnieuw zou worden geëvalueerd, en eventueel terug zou
kunnen worden ingetrokken. Maar zelfs indien de maatregel blijft bestaan, zorgt
ze voor een stevige achterstand voor de index, die de komende jaren niet meer
wordt ingehaald. De meerderheid van de gezinnen verliest dus koopkracht, in
plaats van er op te winnen.
Ook
voor de openbare financiën draait de maatregel niet gunstig uit. Verlagen van
de BTW zorgt voor minder inkomsten voor de overheid. De regering meende dat
deze minderopbrengst zou kunnen worden opgevangen door minder uitgaven op
ambtenarenlonen, en doordat lagere loonkosten meer jobs, en dus meer
belastingen zouden opleveren. Ook op dat vlak moest de Expertengroep van de
Nationale Bank de gevoelens enigszins temperen: daar waar de regering in eerste
instantie sprak van de creatie van 15.000 nieuwe jobs door de maatregel,
schatten de Experten dat slechts 7.930 nieuwe banen konden verwacht worden. We
kunnen uiteraard nog enkele kritische kanttekeningen maken bij het idee dat
lagere lonen zorgen voor meer jobs, een veronderstelling die zeer twijfelachtig
is als we kijken naar alle lastenverlagingen van de voorbije jaren, maar zelfs
àls het waar is, rekende de Nationale Bank voor dat de BTW-verlaging in 2014 een
positief effect zal hebben op de overheidsfinanciën van 52 miljoen € voor 2014
(vooral door lagere ambtenarenlonen), maar dat dit in 2015 omslaat naar een
negatieve impact van maar liefst 526 miljoen €, en gemiddeld zo’n 350 miljoen €
per jaar voor de jaren 2016, 2017 en 2018![4]
Wie
wint er dan wel? In de eerste plaats: de bedrijven. Met een loonmassa in de
private sector van zo’n 135 miljard €, zou de theoretische winst van het
uitstellen van de automatische indexering van de lonen de bedrijven zo’n 1,35
miljard kunnen opleveren. Echter, doordat de manier waarop er met de
loonindexering in de privé wordt omgegaan sterk afhankelijk is van sector tot
sector, is de uiteindelijke opbrengst moeilijk te berekenen: de regering sprak
in de pers zelf van zo’n 500 miljoen €[5]:
een stevig cadeau voor het patronaat, betaald door de gezinnen en besparingen
op publieke uitgaven!
BTW is asociale maatregel
Socialisten
beschouwen de zogenaamde “Belasting over de Toegevoegde Waarde”, BTW, als een asociale
vorm van belasting. Het is een belasting die immers telkens de eindverbruiker
van een goed treft, meestal de gewone bevolking. Bedrijven recupereren de BTW
die ze betalen, het is voor hen dus geen kost die van de winst moet worden
afgetrokken. Bovendien is de BTW, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de
bedrijfsvoorheffing die men op een arbeidsinkomen betaalt, niet
gedifferentieerd op basis van de hoogte van het inkomen: door telkens dezelfde
aanslagvoet te heffen, weegt deze belasting zwaarder door voor lage inkomens
dan voor de hogere inkomens. Het solidariteitsmechanisme “de sterkste schouders
dragen de zwaarste lasten” is niet van toepassing op de BTW.
Daarom
ook zijn socialisten principieel voor de afschaffing van de BTW. Echter,
vandaag vormt de BTW één van de belangrijkste inkomstenbronnen voor de overheid:
26,6% van alle fiscale inkomsten, of 26,7 miljard €, kwam in 2013 voort uit BTW,
enkel de bedrijfsvoorheffing (belasting op arbeidsinkomen) deed beter met 40,8%
van de fiscale inkomsten. Ter vergelijking: de bedrijven in ons land droegen
datzelfde jaar slechts 12,2 miljard € bij aan de schatkist, een luttele 12,1%![6]
Het
afschaffen van de BTW kan dus niet zonder alternatief. De werkende bevolking
draagt in België relatief al bijzonder veel bij aan de overheidsfinanciën: we
moeten dus in de eerste plaats kijken hoe de gigantische winsten en rijkdommen
die de 1% rijksten in ons land bijeenschrapen kunnen gemobiliseerd worden om te
investeren in degelijke openbare diensten. Anders zal het schrappen of verlagen
van de BTW een enorme besparingsoperatie op alle openbare diensten én de
sociale zekerheid inluiden[7].
Net
zoals bij de discussie over een belasting op grote fortuinen of op de
superwinsten van de bedrijven, raakt de discussie over het afschaffen van de
asociale BTW meteen aan de grenzen van wat mogelijk is binnen het kapitalisme.
Zolang de productiemiddelen en het grootste deel van de rijkdommen die ter
wereld worden geproduceerd in handen blijven van een absolute minderheid, zal
die minderheid al haar macht en invloed gebruiken om elke poging dat te
wijzigen tegen te werken. Een fiscale hervorming leidt dus meteen tot de
discussie rond de nationalisatie van de financiële sector, de controle op
financiële transacties, en het beslissingsrecht van wat er met de winsten en
rijkdommen in de maatschappij moet gebeuren.
Energieprijzen en prijscontrole
Op die manier kunnen we ons ook
de vraag stellen of een verlaging van de prijs van elektriciteit wel moet
gebeuren door het deel van de prijs dat naar publieke opbrengsten gaat te
verlagen? Wat met de gigantische winsten en kosten die worden doorgerekend door
de elektriciteitsproducenten en de distributeurs? Wat met de chantage die
bedrijven zoals Electrabel gebruiken bij discussies rond prijzen of nucleaire
energie?
Eén ding is immers duidelijk:
de energieprijzen blijven, de maatregelen van de regering rond prijscontrole
ten spijt, veel te hoog, en steeds meer gezinnen slagen er niet meer in om de
energierekening voor basisbehoeften als warm water, verlichting, verwarming of
een koelkast te betalen. In 2012 werden meer dan 80.000 gezinnen door hun
elektriciteitsmaatschappij aan de deur gezet wegens wanbetalingen, zij krijgen
nu het hogere tarief van de netwerkverdeler aangerekend. Nog eens 106.000
gezinnen moesten een afbetalingsplan aangaan om hun factuur te betalen[8].
In Vlaanderen werd bij zo’n 44.000 gezinnen een budgetmeter voor de
elektriciteit geplaatst, in Wallonië gaat het zelfs om 112.000 gezinnen[9]!
In Brussel bestaat dit systeem niet, en kan een elektriciteitsleverancier zijn klanten
veel moeilijker dumpen, maar dit wil niet zeggen dat ook daar de energierekening
voor veel gezinnen elke maand niet een zware dobber is. Gemiddeld geeft een
Belgisch gezin zo’n 5,77% van haar inkomen aan energie, maar bij de armste 25%
van de bevolking is dit meer dan 10%[10].
Tegelijkertijd maken de
aandeelhouders van de Belgische energiebedrijven mooie sier. Na jaren van
recordwinsten (een winst van 1,2 miljard € in 2012, toen een stijging van 48%
in vergelijking met het jaar ervoor[11])
verraste Electrabel in 2013 vriend en vijand door voor het boekjaar 2012 een
verlies van 105,7 miljoen € aan te kondigen, het eerste negatieve jaarresultaat
voor het bedrijf sinds haar ontstaan[12].
In het kluwen van dochteraannemingen, interne verrekeningen en doorschuivingen
van middelen is het onmogelijk om na te gaan hoe de cijfers enkel voor België
waren, maar het bedrijf liet wel uitschijnen dat het verlies vooral te maken
had met dalende inkomsten in Frankrijk, Duitsland, Engeland en Nederland,
terwijl de inkomsten in België wél stegen. Electrabel stelde wel dat de
maatregelen die de Belgische regering de voorbije jaren had genomen in de
energiesector, zoals de nucleaire rente van 480 miljoen € die het bedrijf
betaalde voor het langer openhouden van de kerncentrales, of de bevriezing van
de energieprijzen door de regering in 2012. Electrabel vertelt daarbij wel niet
dat ze de nucleaire rente fiscaal mag aftrekken, én dat het op haar megawinst
in 2012 door creatief boekhouden slechts 12,5 miljoen € vennootschapsbelasting
betaalde, een aanslagvoet van 1,05%: slechts een fractie van de officiële
aanslagvoet van 33,99%.
Maar Electrabel bleek nog wel
over wat meer zaken te zwijgen bij het neerleggen van haar jaarverslag en
jaarrekening. Midden februari 2014 bleek dat het bedrijf middelen had
doorgesluisd naar haar moederonderneming GDF Suez. Electrabel kocht haar gas
aan bij de holding aan veel te hoge prijzen, waardoor het bedrijf een fictief
verlies in de boeken kon schrijven, en dus geen belastingen moest betalen in
België[13].
Ook de Belgische gemeenten werden de dupe van de constructie: geen winst
betekende voor hen immers ook géén dividenduitkering. Zo werd nogmaals
aangetoond hoe het bedrijf door creatief boekhouden systematisch belastingen
ontwijkt, of zelfs ontduikt, te hoge prijzen aanrekent voor energie, en haar
publieke aandeelhouders oplicht.
De vraag die we ons kunnen
stellen is hoe dergelijke zaken kunnen voorkomen worden, zolang het bedrijf in
handen blijft van (buitenlandse) privé-aandeelhouders die enkel oog hebben voor
hun winstuitkering op het einde van het boekjaar. Officieel voert de regering
nu al vele jaren een systematische strijd tegen Electrabel en haar Franse
moederholding GDF Suez om te proberen verhinderen dat een kleine minderheid van
aandeelhouders massale winsten boekt op de kap van miljoenen gezinnen in ons land.
De regering weigert echter het privébezit in de energiesector in vraag te
stellen, en weet vaak gewoon niet hoe te reageren op wantoestanden: de
fraudeconstructie die Electrabel in 2012 opgezet heeft was bij de regering
reeds in september 2013 bekend. Bevoegde ministers Wathelet en Vande Lanotte hadden
geen idee hoe ze dit konden aanpakken, en besloten dus te zwijgen.[14]
Electrabel “aanpakken” kan blijkbaar alleen als het electoraal loont…
Groene energie en
kernuitstap
Enerzijds
zijn de grote elektriciteitsproducenten absoluut niet geneigd om de
noodzakelijke investeringen te doen in technologieën rond hernieuwbare energie,
of om mee te werken aan de afbouw van kernenergie. Investeringen zijn voor
kapitalisten enkel interessant indien ze op korte termijn rendement opleveren.
De multinationals die de Belgische elektriciteitssector domineren zijn niet
geïnteresseerd in de enorme maatschappelijke voordelen van hernieuwbare energie
of de kernuitstap.
Diezelfde
bedrijven zullen ook alle middelen die hen ter beschikking staan gebruiken om
te vermijden dat ze op een bepaald moment gedwongen worden tot veranderingen.
Terwijl in de nasleep van de kernramp in Fukushima over de hele wereld vragen
worden gesteld over de veiligheid van kernenergie, lanceert het “Nucleair
Forum” begin 2012 in België een groots opgezette mediacampagne onder de noemer
“Stoot kernenergie CO2 uit?”. Het Forum is opgericht door bedrijven en
organisaties zoals Electrabel, Agoria, Luminus, Synatom en Tractebel, die elk
rechtstreeks belang hebben bij een positieve berichtgeving rond kernenergie[15].
Het Forum voert PR-campagnes die de bevolking moeten overtuigen dat kernenergie
veilig, proper en goedkoop is. Het Forum blinkt vooral uit in het verspreiden
van halve waarheden en dubieuze informatie[16],
en treedt zo vooral op als propagandamachine voor de grote traditionele private
elektriciteitsproducenten. “Als we niet te beschaamd zijn het te denken, moeten
we niet te beschaamd zijn het te zeggen”, zullen ze, Cicero indachtig, bij
Electrabel moeten denken…
Maar
soms is zelfs dat niet genoeg. In 2012 sloot Electrabel twee centrales (Ruien,
Oost-Vlaanderen en Les Awirs, Luik), terwijl op dat moment de discussie over
een gebrek aan productiecapaciteit voor elektriciteit in België ten volle liep.
De beslissing was des te meer opmerkelijk aangezien Electrabel nauwelijks een
week voor de aankondiging van de sluiting een rapport had uitgebracht waarin
het waarschuwde voor ernstige stroomtekorten, en zelfs stroompannes vanaf 2014,
ten gevolge van de politiek van taksen op energie, en de geplande kernuitstap.
Electrabel lijkt hier dus te werken aan een “selffulfilling prophecy”: eerst de
productiecapaciteit voor energie afbouwen, om daarna vast te stellen dat de
elektriciteitsproductie in België niet kan worden gewaarborgd zonder de
kernuitstap uit te stellen.
Maar
ook jonge, nieuwe bedrijven, die zich specifiek op die hernieuwbare
energiebronnen richten, ontsnappen niet aan de beperkingen die de
vrijemarkteconomie bepalen. Dergelijke bedrijven hebben vaak veel
opstartkapitaal nodig, terwijl ze pas op langere termijn beginnen renderen. De
recente neergang van het Oostendse groene energiebedrijf Electrawinds is typerend: de nieuwe
milieuvriendelijke technologieën die het bedrijf gebruikt vragen veel
investeringen, maar investeerders komen niet over de brug met de nodige centen
wanneer hen geen mooi rendement kan beloofd worden. Bij gebrek aan
privé-investeerders zocht het bedrijf haar soelaas bij 137,5 miljoen €
investeringen uit publieke middelen[17].
Daarnaast werden ook particuliere spaarders met valse voorwendsels aangezet om te
investeren in het bedrijf: zo’n 4.000 gezinnen investeerden via de coöperatieve
Groenkracht elk enkele duizenden euro’s, goed voor in totaal 18 miljoen €[18]. Onder
meer Testaankoop zette gezinnen aan om te investeren in het bedrijf[19],
dat leek gesteund te worden door een hele rits publieke organisaties en
politieke kopstukken: SP.a-er Johan Vande Lanotte is dan zelfs voorzitter van
het bedrijf: blijvende publieke steun lijkt dus gegarandeerd.
Maar
het bedrijf kan de mooie winstperspectieven niet waarmaken. Wanneer het bedrijf
eind 2013 in betalingsmoeilijkheden komt, gaan de ballen aan het rollen. Al
snel blijkt dat de grote investeerders in het bedrijf ongeoorloofd gespeculeerd
hebben, zowel bij Electrawinds zelf (CEO Luc Desender[20]),
als bij de zogenaamde “coöperatieve” Groenkracht[21].
Allen probeerden ze vooral hun eigen portefeuille en rendement veilig te
stellen, de toekomst van het bedrijf, en van de publieke en kleine
aandeelhouders kwam op de tweede plaats. Vandaag wordt het bedrijf dag na dag
ontmanteld, en gaan de meest rendabele brokken naar opportunistische
investeerders.
Ook
in de zo belangrijke energiesector blijkt het kapitalisme voortdurend op haar
eigen limieten te stoten: veelbelovende nieuwe technologieën worden niet
toegepast omdat het niet past binnen een strategie van kortetermijnwinsten. Een
energiesector in private handen is niet in staat om de steeds ouder wordende
kerncentrales te sluiten, en massaal om te schakelen naar alternatieve
energiebronnen.
Welk alternatief?
Voor
socialisten is het alternatief duidelijk: een volledige (her)nationalisatie van
de energiesector, zowel productie, distributie, onderzoek en ontwikkeling in de
sector moet in publieke handen worden gebracht. Bij zo’n nationalisatie kan er
geen sprake zijn van vergoedingen voor de grote kapitalisten die de sector
grotendeels in handen hebben, enkel voor kleine spaarders, op basis van bewezen
noden.
Zo’n
publieke energiemaatschappij beheert niet enkel de productie en distributie van
energie, maar coördineert ook de investeringen en het onderzoek naar nieuwe,
milieuvriendelijke technologieën. Aan de consumenten wordt goedkope, of zelfs
gratis, energie geleverd, terwijl de winsten van het bedrijf worden
geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling van groene energie. Er komt een plan
voor een kernuitstap op korte termijn, waarin de elektriciteitsproductie
verzekerd wordt door massale investeringen in hernieuwbare energie.
Het
is duidelijk dat zo’n scenario onrealistisch is binnen een kapitalistische
economie. Om maar één voorbeeld te geven: via belastingen, taksen en
vergoedingen gaan heel wat middelen vanuit de sector naar de verschillende
overheden in ons land: vooral de gemeenten hebben deze inkomsten broodnodig
voor de openbare dienstverlening. Bij een nationalisatie moet ook hiervoor een
oplossing worden gevonden.
De
discussie over de nationalisatie van de energiesector is dus slechts een begin
van een veel bredere discussie over welke maatschappij waarin we willen leven.
Recent publiceerde Forbes haar jaarlijkse ranking van miljardairs: in 2013
vervoegden 268 nieuwkomers dit selecte clubje, dat nu 1.645 individuen telt.
Samen bezitten ze 6.400 miljard $, meer dan het BNP van een land zoals Japan[22].
Eerder publiceerde Oxfam reeds een rapport waarin het aanklaagt dat slechts 85
individuen evenveel bezitten als de 50% armsten op aarden (3,5 miljard mensen),
het rijkste 1% van de bevolking bezit meer dan 110.000 miljard $, zowat de
helft van alle rijkdom op aarde. Het rapport toonde zwart op wit aan dat
tijdens de crisis de rijksten alsmaar rijker worden, de armsten steeds armer.[23]
Het
mobiliseren via die enorme rijkdommen, om ze te investeren in hernieuwbare
energie, maar ook in onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer, sociale
zekerheid, wetenschap en technologie zou een enorme sociale en technologische
vooruitgang teweegbrengen voor de hele wereldbevolking. Laten we komaf maken
met het kapitalistisch systeem dat zoiets verhindert, en gaan voor een
democratisch socialisme, waarin dat eindelijk mogelijk wordt!
[1] Cijfers Eandis over
gemiddelde elektriciteitsfactuur Belgische gezinnen 2012: te vinden op http://www.eandis.be/eandis/klant/k_4285.htm
[2] Cijfers
Huishoudbudgetonderzoek 2012 FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie op http://economie.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/arbeidsmarkt_levensomstandigheden/huishoudbudgetonderzoek_2012.jsp
[3] Nationale Bank: “Nota voor
Nota voor de Ministerraad - Analyse van de twee hervormingsvoorstellen:
verlaging van de BTW op elektriciteit en verlaging van de loonlasten in de
specifieke zones”, door de Expertengroep 'Concurrentievermogen en
Werkgelegenheid' (EGCW) - november 2013:
http://www.nbb.be/doc/ts/publications/other/Report_GECE_November_2013.pdf, p. 10
http://www.nbb.be/doc/ts/publications/other/Report_GECE_November_2013.pdf, p. 10
[4] Idem, p. 17
[5] Zie uitspraken Alexander De
Croo http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/politiek/1.1770487. De Croo verwijst naar het rapport
van de Expertengroep dat hierboven reeds werd geciteerd, maar wij konden in dat
stuk geen berekening van de loonkostenvermindering in de privésector
terugvinden.
[6] Het gaat hier om alle
inkomsten van de Federale Overheid en de Gewesten. Cijfers terug te vinden in
het “Fiscaal Memento 2013”, gepubliceerd door de FOD Financiën, te vinden op http://financien.belgium.be/nl/binaries/FiscaalMemento2013_NL_tcm306-216807.pdf
[7] De inkomsten uit BTW worden
door de Federale overheid verdeeld tussen de Europese Unie, de federale staat,
de gemeenschappen en de sociale zekerheid. Dit gebeurt volgens een vastgelegde
verdeelsleutel, de zogenaamde affectatie.
[10] Zie “Energiearmoede in
België”, rapport 2011 door de ULB en UA: http://www.mi-is.be/sites/default/files/doc/energiearmoede_in_belgie.pdf
[14]
http://de-bron.org/content/belgi%C3%AB-en-de-gemeenten-gerold-door-frankrijk
[16] Zo
blijkt de bewering van het Nucleair Forum dat kernenergie minder CO2 uitstoot
dan andere productiemethodes niet helemaal te kloppen: http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/Klimaat/1.624882
[17]
Investeringen door het
Vlaams Gewest (GIMV en PMV) de Federale overheid (FPIM) en de privaat-publieke
investeringsmaatschappij (DG infra+).